Alsof de sporen ooit zullen worden uitgewist
Loopt de koster te vegen
Alle paden die het onreine hadden betreden
Het moet klaar zijn voor de nacht
Want daar is het duister
Wat telkens op ons wacht
Schimmen spreken onreine woorden
Die de zwarte heks toe behoren
De monsters onder het bed zeggen een waanzinnig gebed
Nu kan de koster beter stoppen
Want deze nacht zal het duister zeker aan de deur kloppen
De monniken krabben aan de hartwanden
Het geeft hartzeer als effect
De monniken willen het binnenste niet zuiveren
In deze dolende onwerkelijkheid
Kan ik alleen voor de nacht huiveren
‘Ren mijn zoon,’ roept de witte heks
De nacht kun je niet overleven
Demonen zullen je doden
De monniken zijn dan te dronken van je bloed
Om te luisteren naar je noden
De koster sluit snel de deur
Kijkt naar jou met veel afkeur
Alles is onrein in zijn ogen
Het is de vloek van de zwarte heks
Die een ieder heeft bedrogen
Ik kan nog naar de kastelen
Ver in de hoge bergen
Voor de nacht valt
Moet ik er zijn
Maar die kans is wel erg klein
De monsters onder het bed moeten lachen
Ze blijven bidden om mijn ogen te verblinden
Geen zicht meer op klaarlichte dag
Alles is onderworpen aan pure schijn
Wie kan mij de weg weer tonen
Om mijn ziel niet te verliezen
Zodat het duister mij niet als prooi kan kiezen
De koster sluit de laatste poorten van zijn kerk
De schemering begint met een onheilspellend werk
In de grotten en kieren van de bergen
Hoor, je vampieren, demonen en weerwolven ontwaken
Door geen zicht en spanning moet ik braken
Ik kan het niet stoppen
Op gevoel moet ik het kasteel halen
Schimmen, ik hoor ze om me heen
Ik ben helemaal alleen
De witte heks schreeuwt
Te laat, je bent te laat
Nog even en je wordt opgeslokt door het kwaad
Ik heb je gewaarschuwd
Je moest harder vluchten
Ik kan alleen mijn laatste hoop aan je geven
Wees dan door die krachten nog eenmaal heel gedreven
Maar witte heks zie dan, ik heb geen zicht
Ik zie niet eens wat er op mij staat gericht
Ik schuifel mijn weg behoedzaam naar boven
In mijn wilskracht ben ik de hele tijd blijven geloven
Maar zonder zicht is er toch een stop
Want ik raak uitgeput en op
Hier mijn zoon
Had het mij eerder gezegd
Dan had ik mijn handen op je gelegd
Dit kan ik je nog geven
Zie en blijf door streven
Ik zie de kastelen voor mij verschijnen
Maar per seconde ook mijn kansen verkleinen
De monniken binnenin
Proosten zonder één goede zin
Zijn mijn kansen nu toch bekeken
Kan het duister zich eindelijk op mij wreken
De grond onder mij begint te bewegen
Net of er doden uit de grond op gaan staan
Stil staan is hier geen optie
Ze pakken me bij mijn voeten
O mijn god wat zal ik hiermee moeten
Ik ben verdoemd
Ik ben verloren
Ik zal de kastelen nooit meer halen
Het duister stijgt op voor mijn ogen
Ik heb hier nog nooit voor gebogen
Altijd heeft het licht mij bevrijdt
Maar die energie ben ik nu kwijt
Ze trekken me steeds verder naar beneden
Waarschijnlijk rechtstreeks naar de hel
Door mijn wanhoop begin ik toch
Het licht te roepen
Ik kan mijzelf hier niet verliezen
Het zal toch zijn dat ik mijn lot mag kiezen
Ik voel weer wat kracht door me heen stromen
Uit deze hel kan ik zeker komen
Voor mij staat opeens een sterke man
Verlicht door stralende lichtbundels
Zijn sterke arm reikt hij uit
Waar ik graag mijn handen in sluit
Het lijkt een soort ridder of krijger
Ik voel me plots weer veilig
Een vurig paard staat iets verder
Hij tilt mij daarop
We rijden naar de kastelen
Alle demonen en andere wezens blijven op afstand
Eindelijk staat de overwinning weer aan mijn kant
Bij de kastelen zet hij me af
Verdwijnt dan op een draf
Ik sta verbaasd te kijken
Uiteindelijk heb ik het weer veilig weten te bereiken
Dankzij het licht
Wat zicht toch altijd op mij richt
De nacht trekt voorbij
De straten zijn weer vrij
De monsters onder het bed zijn uitgebeden
Het duister heeft vannacht een ieder genoeg laten lijden
De koster veegt opnieuw de paden schoon
Alleen nu voert het onreine niet meer de boventoon
©Ralph Mulder 23-09-2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten